Het simpele antwoord is: als de vrouw die bevallen is dat vindt.
De (‘subjectieve’) ervaring van de vrouw is leidend, niet het (‘objectieve’) medische verloop van de bevalling.
Er is regelmatig discussie over wat nu ‘echt’ een trauma is. De DSM-5 is een stuk strenger dan de voorgaande editie, en beschrijft feitelijke of dreigende dood of ernstige verwonding als voorwaarde. Voor de praktijk en met name de vrouwen die dit betreft is dit te rigide en – met name ‘aantasting van de fysieke integriteit’ (wat in DSM-IV nog wel stond) en compleet verlies van controle worden vaak als meest traumatisch beschreven.
Een groep Europese onderzoekers heeft recent een definitie geformuleerd die voor praktijk, onderzoek en beleid goed werkbaar is:
“‘A traumatic childbirth experience refers to a woman’s experience of interactions and/or events directly related to childbirth that caused overwhelming distressing emotions and reactions; leading to short and/ or long-term negative impacts on a woman’s health and wellbeing.’
Voor de praktijk is deze theoretische discussie niet zo relevant. Als een vrouw een heel nare of traumatische ervaring heeft gehad, zeker als ze ook nog eens psychische klachten heeft, dan moet je daar als zorgverlener wat mee.
Gratis Tip 1: Trap niet in de valkuil om te denken dat zorgverleners goed kunnen voorspellen wie een traumatische ervaring heeft gehad. Ook op een medisch zeer gecompliceerde bevalling kan een vrouw positief terugkijken, en sommige bevallingen ‘volgens het boekje’ zijn toch een enorm traumatische ervaring geweest.
Gratis Tip 2: Vraag er naar! ‘Hoe heb je de bevalling ervaren?’ of ‘Hoe kijk je terug op de bevalling? ’